Het Europese landbouwbeleid heeft in het verleden geleid tot enorme overschotten. Denk hierbij aan de boterberg, de melkplas, volle graanschuren en de wijnplas. Er werd én er wordt soms nog steeds te veel geproduceerd. In het oude systeem kreeg de boer een gegarandeerde minimumprijs en kon altijd al zijn producten verkopen. Daarnaast kregen zij subsidies zodat het bedrijf verder kon ontwikkelen. Dit maakte het oude landbouwbeleid erg kostbaar.
Het gevolg van de overschotten was dat de producten tegen hele lage prijzen werden aangeboden op de wereldmarkt. Voornamelijk boeren uit ontwikkelingslanden konden niet langer concurreren tegen deze prijzen. De beloning voor het zoveel mogelijk produceren leidde ook tot een stijging in het gebruik van bestrijdingsmiddelen en een steeds intensievere manier van landbouw waar dierziekten steeds sneller om zich heen konden grijpen. Door deze negatieve gevolgen vroeg men zich af of het voedsel nog wel veilig was.
Vanwege al deze problemen is er in de jaren 90 flink ingegrepen. De subsidies werden verminderd en het landbouwbeleid is anders van opzet geworden. Hierdoor zijn de totale uitgaven aan de landbouw in de Europese Unie gedaald van 70 procent naar ongeveer 40 procent, en ze blijven verder dalen.
Bron: Europa-nu, URL: http://www.europa-nu.nl/id/vg9pir5eze8o/landbouwbeleid, geraadpleegd op 16 mei 2014