Het gehele landbouwbeleid is in 2008 grondig bestudeerd zodat het systeem in 2013 flink onder handen kon worden genomen. Een tussenstap daarbij was de zogenaamde ‘health check’, deze werd uitgevoerd eind 2007. Op basis van die evaluatie van het landbouwbeleid werden de eerste hervormingsplannen in november 2010 gepresenteerd.
De onderhandelingen over de hervormingsplannen hebben uiteindelijk tot eind 2013 geduurd, mede doordat EU lidstaten en het Europees parlement het niet eens konden worden over het totale EU-budget voor de periode 2014-2020. Daardoor kan de hervorming pas in 2015 volledig ingaan en daardoor is 2014 een overgangsjaar geworden.
Met het nieuwe landbouwbeleid wil de Commissie duidelijke tekortkomingen aanpakken, inkomensondersteuning meer afhankelijk maken van doelen die gerelateerd zijn aan verbetering van het milieu en het tegengaan van klimaatverandering, en daarnaast het beleid groener, efficiënter, effectiever en eerlijker maken.
De belangrijkste hervormingen die per 2015 worden ingevoerd zijn:
- De positie van boeren ten opzichte van hun afnemers wordt versterkt. Voorbeeld: voortaan mogen melkveehouders gezamenlijk onderhandelen over de prijs die zuivelproducenten moeten betalen voor hun melk.
- De inkomenssteun die boeren kunnen krijgen is voortaan voor 30 procent gekoppeld aan het treffen van milieuvriendelijke voorwaarden.
- In 2019 moeten de verschillen in het ontvangen van inkomenssteun kleiner zijn en mag een individuele boer niet minder ontvangen dan 60 procent van het gemiddelde in zijn land/regio. Bedrijven die zich eigenlijk niet bezighouden met landbouw zullen worden uitgesloten van inkomenssteun.
(Deze inkomenssteun is een erg belangrijke inkomst voor de meeste boeren. Vooral in tijden van crisis, een mislukte oogst of ongunstig weer. Het boerenleven brengt risico’s met zich mee.)
Bron: Europa-nu, URL: http://www.europa-nu.nl/id/vg9pir5eze8o/landbouwbeleid, geraadpleegd op 5 juni 2014